Veiligheid vaccins
Vaccineren... of niet vaccineren : that’s the question
Human Immunology gaat in een recent artikel in op de argumenten tegen vaccinatie, een onderwerp dat ook al geregeld aan bod is gekomen in Vax Info.
De auteurs herinneren eraan dat het verzet tegen vaccinaties even oud is
als de vaccinatie zelf. In 1850 werd in Groot-Brittanië een liga opgericht die zich verzette tegen de veralgemeende pokkenvaccinatie. In de daaropvolgende jaren ontstonden gelijkaardige organisaties in andere Europese landen en in de Verenigde Staten. De argumenten tegen vaccinatie blijven grosso modo dezelfde : het geloof dat vaccinatie meer schade veroorzaakt dan de ziekte zelf, dat het vaccin zeer giftige stoffen bevat, dat het in tegenstelling tot de infectie zelf geen blijvende immuniteit oplevert.
Communicatie
De communicatie van de antivaccinatie-groepen is echter sterk geëvolueerd.
Ze presenteren zich bijvoorbeeld niet langer als antivaccinatiegroep, maar gebruiken namen zoals ‘Generation Rescue’, ‘Global Research’, ‘Moms against mercury’, ‘The informed parent’, ‘National Vaccine Information Center’, ‘Vaccination Liberation’.
Bij ons gaat het bijvoorbeeld om de Belfort Group, de Vereniging voor Vaccinatievrijheid, de Zelfhulpgroep Vaccinatieschade, de vzw Preventie Vaccinatieschade, de Nederlandse ‘Vereniging Kritisch Prikken’ en ‘Initiative citoyenne’ in de Franse Gemeenschap. Op die manier wordt de antivaccinatieboodschap verpakt in een discours dat zich beroept op algemeen aanvaarde waarden.
Het debat tussen wetenschappelijke experts en de anti-vaccinatielobby, die elke wetenschappelijke methode en literatuur gebaseerd op peer-review en Evidence Based Medecine afwijst, is vaak surrealistisch te noemen. Volgens de auteurs van dit artikel heeft het dan ook weinig zin om deze antivaccinatie-groepen op basis van wetenschappelijke argumenten te overtuigen van de voor- en nadelen van vaccinatie. Artsen kunnen echter wel een actieve rol spelen door het publiek, en meer bepaald ouders en beleidsmakers, goed te informeren aan de hand van wetenschappelijke argumenten.
Argumenten tegen vaccinatie
Er worden uiteenlopende argumenten tegen vaccinatie gebruikt.
- De vermeende of reële, maar uiterst zeldzame bijwerkingen van vaccinatie.
- Onwetendheid of onbegrip over de basisprincipes van vaccinatie, vaak gekoppeld aan een naïef geloof in simplistische argumenten tegen vaccinatie.
- De weigering om gepubliceerde wetenschappelijke gegevens te aanvaarden, waarbij soms zelfs allerhande complottheorieën worden opgevoerd.
- Het kritiekloos aanvaarden van allerlei beweringen van alternatieve genezers en andere ‘gezondheidsgoeroes’.
- Een persoonlijke ervaring met een echt of vermeend ongewenst effect
van vaccinatie bij een verwante, wat uitmondt in een persoonlijke kruisvaart.
Het artikel gaat uitgebreid in op een basisargument van de antivaccinatielobby, met name dat vaccinatie onveilig zou zijn. Deze bewering is gebaseerd op drie veronderstellingen :
- het overbelasten van het immuunsysteem;
- de onaanvaardbare stijging van het aantal auto-immuunziekten;
- de inferieure vaccinale bescherming in vergelijking met een natuurlijke infectie.
Overbelasting van het immuunsysteem
Kinderen zouden te veel vaccins krijgen waardoor hun immuunsysteem overbelast wordt. Deze bewering gaat ervan uit dat het menselijk organisme niet in staat is om te reageren op een hoog aantal vaccinale antigenen. Kinderen zouden met name te vroeg gevaccineerd worden, op een ogenblik dat hun immuunsysteem nog niet gerijpt is, waardoor ze een ‘cytokine-storm’ moeten doorstaan wat aanleiding is tot ongewenste effecten.
Dat word in dit artikel weerlegd.
- Kinderen worden vanaf de geboorte geconfronteerd met een veelheid aan micro-organismen waarvan de anti-genenlading zowel in kwantiteit als diversiteit veel hoger ligt dan de vaccinale antigenen.
- De werking en de veiligheid van gecombineerde vaccins worden uitgebreid getest voor ze op de markt komen. Ze worden ook vergeleken met de monovalente vaccins. Deze studies hebben nooit enige aanwijzing voor een immunitaire overbelasting aangetoond.
- De postmarketing studies die de veiligheid van vaccins opvolgen, en waarbij vele duizenden en zelfs miljoenen kinderen worden bestudeerd, hebben evenmin enige aanwijzing voor een immunitaire overbelasting aangetoond.
- De vaccinale antigenen waaraan kinderen vandaag blootgesteld worden, is veel lager dan vroeger. Het pokkenvaccin uit het begin van de 20ste eeuw bevatte bijvoorbeeld meer dan 200 eiwitten, en het whole cell pertussisvaccin meer dan 3.000. De vijftien vaccins die vandaag in de Verenigde Staten worden aanbevolen (in België gaat om 12 vaccins) voor kinderen tot 5 jaar bevatten samen ongeveer 150 eiwitten en polysacchariden.
Toename van het aantal auto-immuunziekten
Het gaat dan onder meer over diabetes type 1, Multiple Sclerose (MS), Guillain-Barré syndroom enz. Tot nu toe werd een oorzakelijk verband tussen deze aandoeningen en vaccinatie nog nooit aangetoond. Er bestaat ook geen enkel wetenschappelijk bewijs die de hypothese van een structurele gelijkenis tussen vaccinale eiwitten en bepaalde menselijke celonderdelen, ondersteunt.
Er bestaan wel associaties in de tijd tussen vaccinatie en bepaalde aandoeningen. Bekend is bijvoorbeeld de associatie tussen het griepvaccin dat in 1976 werd gebruikt en het Guillain- Barré syndroom, of de associatie tussen het MBR-vaccin en bepaalde gevallen van ideopathische thrombocytopenische purpura.
Het mechanisme achter deze associaties is nog onduidelijk. Bovendien gaat het hier om uiterst zeldzame fenomenen (ongeveer 1 per miljoen toegediende dosissen) waardoor het vrijwel onmogelijk is om dit grondig te onderzoeken. Bovendien zijn ook sommige natuurlijke infecties, zoals de griep, geassociëerd met bijvoorbeeld het Guillain-Barré syndroom. Er wordt dan ook onderzoek verricht in hoeverre bepaalde infecties waartegen een vaccin bestaat, dit soort aandoeningen kunnen uitlokken.
Inferieure vaccinale bescherming
De idee dat vaccinatie minder bescherming biedt dan de natuurlijke infectie en daardoor tot een verhoogd risico leidt, wordt door tal van onderzoeken tegengesproken. Zo verhoogt het griepvaccin niet de kans op bronchitis, pneumonie, myocarditis of sinusitis en leidt het, in tegenstelling tot de infectie zelf, evenmin tot een verhoogd absenteïsme.
De immuniteit na een natuurlijke infectie kan van langere duur zijn dan die bekomen na vaccinatie. Maar dat is niet altijd het geval : vaccinatie tegen hepatitis A en B levert bijvoorbeeld een levenslange bescherming op. Bovendien mag men niet vergeten dat de bescherming door een mazeleninfectie wel ten koste gaat van 1 dode per 3.000 geïnfecteerde personen, zonder nog te spreken over de morbiditeit. Het MBR-vaccin heeft daarentegen nog nooit een dode geëist, ondanks de miljoenen dosissen die hiervan zijn toegediend.
Cocoonvaccinatie tegen kinkhoest
Een jong gezin heeft ons gecontacteerd met een getuigenis over het overlijden van hun 3 maanden oude baby door kinkhoest. Deze jonge ouders waren verontwaardigd over het feit dat hen nooit een ‘cocoonvaccinatie’ was aangeboden Een rappel van de vaccinatie tegen kinkhoest wordt aanbevolen bij alle jongeren tussen 14-16 jaar (vaccin dTpa – BoostrixTM).
De toediening van één dosis dTpa wordt door de Hoge Gezondheidsraad tevens aanbevolen “ongeacht de voorgeschiedenis van een (volledige of onvolledige) kinkhoestvaccinatie, aan volwassenen die geen herhalingsinenting dTpa hebben gekregen op 14-16 jaar, en die in contact komen met ongevaccineerde of onvolledig gevaccineerde zuigelingen (< 12 maanden) volgens het principe van de cocoonvaccinatie, met name : jonge of toekomstige ouders, grootouders en hun naaste familiecontacten, alsook het verzorgend personeel van pediatrische diensten, materniteiten en kinderdagverblijven en onthaalmoeders van jonge kinderen.”
Een interval van 1 maand tussen een vroegere dT en een dTpa inenting wordt als veilig minimum interval beschouwd.
Momenteel lopen er studies om de impact van vaccinatie van zwangere vrouwen tegen kinkhoest te evalueren.
Getuigenis.
Besluit
De invloed van het antivaccinatie discours vormt soms een bedreiging voor de volksgezondheid. De auteurs geven het voorbeeld van het onderbreken van de veralgemeende vaccinatie tegen pertussis in sommige landen onder druk van de anti-vaccinatielobby. Dat leidde tot een toename van de morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van pertussis met een factor 10 tot 100 in vergelijking met landen waar wél gevaccineerd werd.
De rol van de arts om het publiek en van de wetenschapper om beleidsmakers correct te informeren met wetenschappelijke argumenten, is dus erg belangrijk.
Referentie:
G.A. Poland, R. M. Jacobson. The clinician’s guide to the anti-vaccinationists’ galaxy. Human Immunology 73 (2012) : 859-866.