FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Kinkhoestprint

Nieuwe epidemiologische gegevens

gepubliceerd op donderdag 5 december 2013

In de meeste geïndustrialiseerde landen wordt sinds enkele jaren een lichte stijging van het aantal gevallen van kinkhoest vastgesteld. Voor een deel gaat het om zuigelingen jonger dan 6 maanden; net in deze groep vertaalt kinkhoest zich in een verhoogd risico op ernstige morbiditeit en mortaliteit. De preventie vereist het vaccineren van zwangere vrouwen, het tijdig inenten van baby’s en hun directe omgeving, en een vroege diagnostiek van de infectie.

Kinkhoest is een acute besmettelijke bacteriële infectieziekte van de bovenste luchtwegen. De ziekte wordt veroorzaakt door een besmetting met Bordetella pertussis en in mindere mate met Bordetella parapertussis.

Epidemiologie

In de prevaccinatietijd was kinkhoest een van de meer frequent voorkomende kinderziekten. Ze kende een cyclisch verloop met twee- tot vijfjaarlijkse opstoten. Nadat men vanaf 1961 in ons land startte met de systematische vaccinatie van zuigelingen tegen kinkhoest, kwam de ziekte in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw slechts sporadisch voor met een incidentie van 0,1 tot 1 per 100.000 inwoners. Dit gold ook voor andere westerse landen met een hoge vaccinatiegraad.
Sindsdien komen in verschillende landen met een hoge vaccinatiegraad geregeld opstoten van kinkhoest voor. In België werd in het begin van de jaren 2000 een lichte stijging van de incidentie vastgesteld tot 3/100.000 in 2007. Het betrof meestal sporadische gevallen. In 2011 hebben de peilpraktijken volgens gegevens van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid 140 gevallen van kinkhoest gemeld (268 in 2009 en 179 in 2010). Een groot deel hiervan (49%) betreft kinderen jonger dan één jaar (de meerderheid jonger dan 6 maanden). De meeste gevallen werden gesignaleerd in Vlaanderen (59%). Op basis van de verplichte melding stelt men een verhoging vast in 2011 in vergelijking met 2010.

Onderzoek toont aan dat de progressieve afname van antistoffen tegen kinkhoest de belangrijkste verklaring is voor de toename van kinkhoest. De afname van antistoffen wordt verklaard door een verminderd optreden van natuurlijke infecties, wat leidt tot minder opportuniteit voor natuurlijke “boosting” en een progressieve verzwakking van de immuniteit bij wie al gevaccineerd was of vroeger geïnfecteerd werd.
Epidemiologische gegevens wijzen erop dat kinkhoest vooral bij adolescenten en volwassenen voorkomt (die ondertussen hun antistoffen kwijt zijn), maar ook bij kinderen jonger dan één jaar. De reden hiervoor is het ontbreken van beschermende antistoffen bij vele pasgeboren baby’s en jonge zuigelingen.

Kliniek en transmissie

Kinkhoest kan verschillende klinische vormen aannemen. Vooral bij zuigelingen kan de ziekte aspecifiek voorkomen en soms een dramatische afloop hebben. Kinkhoest blijft voor jonge kinderen een ernstige ziekte. Jaarlijks overlijden 1 tot 5 kinderen in ons land aan kinkhoest.

Besmetting binnen het gezin is een courante oorzaak van kinkhoest. Infectiebron is op de eerste plaats broers en zussen, op de tweede plaats de moeder en op de derde plaats de vader. Dikwijls wordt de diagnose laattijdig gesteld. Vroegtijdig denken aan kinkhoest is belangrijk, niet alleen bij atypische respiratoire symptomen, maar vooral als er personen in het gezin aanwezig zijn die al meerdere dagen of weken hoesten.

In deze vroege fase kan de transmissie binnen het gezin onderbroken worden. Bij een vermoeden van kinkhoest in een gezin met jonge kinderen (<1 jaar) die onvolledig of niet gevaccineerd zijn, is behandeling van alle leden van het gezin met macroliden aangewezen. Dit geldt ook als er een zwangere vrouw in de laatste maand van de zwangerschap in het gezin aanwezig is. Jonge kinderen zijn extra kwetsbaar in zoverre ze geen maternale antistoffen hebben.

Vaccinatie

  • De eerste zuigelingendosis van het pertussisvaccin wordt toegediend op de leeftijd van acht weken. De primovaccinatie omvat drie dosissen (op 8, 12 en 16 weken), gevolgd door een rappel op de leeftijd van 15 maanden. Vervolgens wordt een boosterdosis toegediend op de leeftijd van 4-6 jaar en een tweede op de leeftijd van 14-16 jaar.
  • Voor volwassenen wordt, ongeacht hun antecedenten, een rappel aanbevolen. Het nut van een rappel om de tien jaar (in combinatie met het vaccin tegen difterie en tetanus) moet nog worden geëvalueerd in een nationale en internationale context.
  • Ouders en familieleden van pasgeboren kinderen worden bij voorkeur voor de geboorte van het kind gevaccineerd; lukt dat niet, dan zo snel mogelijk na de geboorte. Deze zogenaamde cocooning-vaccinatie kent evenwel een wisselend succes qua haalbaarheid.

De vaccinatie van zwangere vrouwen op het einde van de zwangerschap
zou bijdragen tot een betere bescherming van de pasgeboren baby’s. In de Verenigde Staten raadt de CDC sinds 2011 aan om alle aanstaande moeders tussen de 27ste en 36ste zwangerschapsweek te vaccineren tegen kinkhoest. In een nieuw advies raadt ook de Hoge Gezondheidsraad aan om zwangere vrouwen tussen de 24ste en 32ste zwangerschapsweek te vaccineren tegen kinkhoest. Op die manier worden antistoffen via de moeder transplacentair aan de foetus doorgegeven.

Hoe dan ook is op termijn het gebruik van vaccins die een langere bescherming bieden, aangewezen.

Medisch personeel

Het aantreffen van kinkhoest bij artsen en verpleegkundigen is een belangrijk gegeven. Het wijst erop dat deze groep wegens de contacten met klinische en subklinische gevallen extra kwetsbaar is en potentieel verantwoordelijk is voor transmissie van de infectie.
Dit onderstreept het belang van (her) vaccinatie van medisch personeel en de noodzaak om alert te zijn bij verdachte symptomen zoals een niet-productieve hoest die langer dan zes dagen aanhoudt. Indien voldoende snel gepaste antibiotica worden toegediend, kunnen artsen met kinkhoest na vijf dagen terug aan het werk en zijn ze niet meer besmettelijk.

Bron :
 Infectieziekten bij kinderen die voorkomen kunnen worden door vaccinatie. Trends en ontwikkelingen in België en de Gemeenschappen, 2011. Dienst infectieziekten in de algemene populatie. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
 Koen De Schrijver , Michel Voeten , Danni Van den Branden, Hilde Boeckx, Elke Dierckx, Marek Wojciechowski, Ludo Mahieu. Neemt kinkhoest toe in Vlaanderen en zijn medici en paramedici betrokken bij de besmetting ? Vlaams Infectieziektebulletin oktober 2013.
 Nieuw advies van de Hoge Gezondheidsraad : Vaccinatie tegen kinkhoest.


Abonneer u op de nieuwsbrief