Onder leiding van gezondheidseconoom Professor Philippe Beutels voerde het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (Universiteit Antwerpen) een kosten-effectiviteits-analyse uit van een veralgemeend vaccinatieprogramma tegen het rotavirus. Het rapport concludeert dat de gezondheidswinst bij een veralgemeende vaccinatie van jonge kinderen, eerder beperkt is ten opzichte van een niet onbelangrijke kost voor de gemeenschap. Maar de kost van een georganiseerd vaccinatieprogramma is dan wel weer lager ten opzichte van de huidige situatie waarbij deze vaccins ten individuele titel terugbetaald worden op voorschrift en op grote schaal toegediend worden.
Belangrijkste symptoom van een rotavirus-infectie is diarree. Dit kan leiden tot uitdroging waardoor een ziekenhuisopname van enkele dagen soms nodig is. Een vaccinatie zou vooral in ontwikkelingslanden kinderlevens kunnen redden. In België overlijden zelden of nooit gezonde kinderen ten gevolge van rotavirus-diarree.
Het orale vaccin wordt toegediend aan zuigelingen jonger dan 6 maanden oud (in 2 of 3 toedieningen, afhankelijk van het vaccin, met de eerste dosis op 2 maanden). Het vaccin wordt door het RIZIV al terugbetaald op voorschrift, zoals een klassiek geneesmiddel, maar is niet opgenomen in de gefinancierde vaccinatieprogramma’s van de gemeenschappen.
De onderzoekers berekenden voor alle zuigelingen in België de kostprijs van de vaccinatie, de vermindering van hospitalisaties en consultaties en de winst in levenskwaliteit voor het kind en de ouders. De gezondheidswinst en de uitgespaarde behandelingskosten blijken eerder beperkt ten opzichte van de hoge kost van vaccinatie, zodat de kosteneffectiviteitsratio niet echt aantrekkelijk kan genoemd worden, zeker ten opzichte van de meeste andere vaccinatieprogramma’s. Deze verhouding wordt voor de twee vaccins, respectievelijk op € 50 000 (voor Rotarix™en € 68 000 (voor RotaTeq™per gewonnen “gezond” levensjaar berekend. Ter vergelijking, een studie vorig jaar uitgevoerd door dezelfde onderzoeksgroep vond voor het pneumokokkenvaccin, het laatste vaccin dat werd toegevoegd aan het vaccinatieprogramma van de Gemeenschappen, een kost van ongeveer €10 000 per gewonnen “gezond” levensjaar.
Momenteel schat men, op basis van het aantal vaccins dat door de apotheker wordt afgeleverd op voorschrift van de arts, dat 85 à 90% van de zuigelingen gevaccineerd is. Van de prijs van ongeveer € 155 per kind neemt het RIZIV nu € 134 tot € 140 op zich. Bij een veralgemeende vaccinatie kan de overheid meestal een aanzienlijke korting op de vaccinprijs bedingen, omdat het vaccin dan in grote hoeveelheden door haar wordt aangekocht. Op die manier is de kost per toediening van het vaccin voor de overheid toch lager dan in de huidige situatie, en worden er normaal meer zuigelingen gevaccineerd (wat de doelmatigheid en billijkheid van het programma uiteraard ten goede komt). Desondanks blijft een gezondheidsprogramma met een minder gunstige kosteneffectiviteitsratio in vergelijking met andere gezondheidsinterventies.

Bron :
Bilcke J, Beutels P, De Smet F, Hanquet G, Van Ranst M, Van Damme P. Cost-effectiveness analysis of rotavirus vaccination of Belgian infants. HealthTechnology Assessment (HTA)
Brussels : Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2007. KCE reports 54C, downloadbaar op
www.kce.fgov.be/index_nl.aspx? SGREF=5261&CREF=9311
De studie werd uitgevoerd in opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en gecofinancierd als onderdeel van «SIMID», een strategisch basisonderzoeksproject (SBO) gesteund door het instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT).