FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Hepatitis Aprint

Impact van universele vaccinatie

gepubliceerd op donderdag 1 december 2005

Vaccinatie tegen hepatitis A werd aanvankelijk alleen aanbevolen voor risicogroepen. In navolging van aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie en van de Centers for Disease Control and Prevention zijn sinds 1997-1999 in verschillende landen en streken met een matige endemiciteit algemene vaccinatieprogramma’s gestart.

Dat is o.m. het geval in Puglia (Italië), Catalonië (Spanje) en North Queensland (Australië). In al die gevallen leidde de vaccinatie tot een snelle daling van de incidentie van hepatitis A.

Verenigde Staten

Sinds 1999 bestaat er in de Verenigde Staten een aanbeveling van het Advisory Committee on Immunization Practices (ACIP) om systematisch alle kinderen tegen hepatitis A te vaccineren in staten met een jaarlijkseHAV-incidentie ≥20 gevallen per 100.000 (in de periode 1987-1997). In staten met een incidentie ≥10 gevallen (maar < 20) dient de vaccinatie in overweging te worden genomen. In uitvoering van deze aanbeveling worden in 17 staten kinderen tussen 2 en 18 jaar (met de focus op kinderen tussen 2 en 5 jaar) gevaccineerd.
Een recente studie (1) toont aan dat deze strategie heeft geleid tot een sterke daling van de HAV-incidentie met gemiddeld 76% (tot 2,6/100.000). De daling was het sterkst in de 17 staten waar gevaccineerd wordt (88%, tegenover 53% in de staten waar niet gevaccineerd wordt), ondanks de vrijlage vaccinatiegraad (25-50%). De grootste daling werd gezien bij kinderen tussen 2 en 9 jaar, maar was significant in alle leeftijdsgroepen.

Israël

Een tweede recente studie geeft de resultaten van een universele hepatitis A vaccinatie in Israël, waar een andere strategie gekozen werd (2). Daar worden sinds juli 1999 alle zuigelingen (< 3% van de bevolking) gevaccineerd op 18 maanden. De jaarlijkse HAV-incidentie blijkt hierdoor gedaald van 50,4/100.000 in de periode 1993-1998 tot 2,2-2,5/100.000 in de periode 2002-2004. Dit betekent een daling met 95%. Deze daling deed zich niet alleen voor in de groep van de gevaccineerde zuigelingen (85-90% vaccinatiegraad), maar ook in alle andere niet-geviseerde leeftijdsgroepen. Het succes van dit
programma illustreert de doeltreffendheid van de hepatitis A vaccinatie én toont aan dat op korte termijn een groepsimmuniteit kan ontstaan.

Discussie

Alhoewel de vaccinatie in beide gevallen zeker en vast in hoge mate heeft bijgedragen tot de sterke daling van de HAV-incidentie, kunnen ook andere factoren hebben meegespeeld : een betere hygiëne, natuurlijke schommelingen in de HAV-epidemiologie, enz.
De ervaring in Israël suggereert dat een catch-up vaccinatie van oudere leeftijdsgroepen niet nodig is gezien de groepsimmuniteit. Dit kan te maken hebben met de zeer hoge vaccinatiegraad in de groep van de zuigelingen, de voornaamste bron van transmissie. Maar men moet ook rekening houden met het feit dat een belangrijk deel van de Israëlische jongeren en volwassenen nog anti-HAV antilichamen hebben ten gevolge van vroegere blootstelling aan de ziekte. In hoeverre dit bijdraagt tot de groepsbescherming, zal verder onderzoek moeten uitwijzen.
Opdat een veralgemeend vaccinatie-programma van zuigelingen of kinderen effectief zou zijn, is niet alleen een voldoende hoge vaccinatiegraad nodig, maar moet het hepatitis A vaccin bovendien ook bescherming op lange termijn bieden, liefst zonder dateen booster nodig is. Anders bestaat het risico dat de infectie op latere leeftijd optreedt en dat een aanvankelijk asymptomatische kinderziekte oplatere leeftijd zou veranderen in een symptomatische ziekte.
Dit is echter zeer onwaarschijnlijk gezien de aanwezigheid van beschermende antilichamen meer dan 10 en wellicht meer dan 25 jaar na vaccinatie (op basis van mathematischeprojecties), en het ontstaan van een immuungeheugen waardoor de bescherming behouden blijft, ook in afwezigheid van meetbare antilichamen. Op basis van de huidige kennis is een booster bij gezonde personen evenmin vereist.
Gezien het hepatitis A vaccin samen met andere vaccins kan toegediend worden en als de kostprijs aanvaardbaar is, dan moet een veralgemeende vaccinatie van zuigelingen of kinderen ernstig overwogen worden in landenwaar de endemiciteit verschuift van hoog naar matig, een scenario dat zichde komende jaren wereldwijd in toenemende mate zal afspelen.

Prof. Pierre Van Damme &
Dr. Koen Van Herck
Vakgroep epidemiologie
Universiteit Antwerpen

Voor de praktijk

In België bestaat er geen aanbeveling voor een universeel hepatitis A vaccinatieprogramma.
Het hepatitis A vaccin wordt door de Hoge Gezondheidsraad aanbevolen
– voor een aantal risicogroepen :
• Reizigers naar endemische gebieden
• Homoseksuele en biseksuele mannen
• Lever-transplantatie kandidaten
• Patiënten met chronisch leverlijden (w.o. patiënten met hepatitis C)
• Hemofiliepatiënten
• Contactpersonen van een hepatitis A patiënt
• Personeel en residenten van instellingen voor mentaal gehandicapten
• Jonge kinderen van migranten
(www.health.fgov.be/CSH_HGH)
– voor een aantal beroepsgroepen waar terugbetaling via het Fonds voor de Beroepsziekten voorzien is.

Referenties :
– Wasley A, Samandari T, Bell B. Hepatitis A in the United States in the era of vaccination. JAMA, 2005
– Dagan R, Leventhal A, Anis E, et al. National universal hepatitis A immunization program of toddlers in an endemic Country. JAMA 2005
– Van Damme P, Van Herck K. Hepatitis A vaccination programs matched to the national epidemiology: two country experiences. JAMA 2005.


Abonneer u op de nieuwsbrief