Kinkhoest
Vaccineren na de leeftijd van 6 jaar ?
De veralgemeende vaccinatie van pasgeborenen tegen kinkhoest (pertussis) heeft geleid tot een spectaculaire daling bij zuigelingen van de ernstige verwikkelingen en van overlijdens door deze infectie. Het vaccinatieschema dat tot 2000 werd aanbevolen voorzag de toediening van 4 dosissen op 3, 4, 5 en 13-14 maanden.
Sinds 2001 is de aanbevolen vaccinatieleeftijd verlaagd tot 2 maanden, vooral om de zuigelingen zo vroeg mogelijk te beschermen tegen kinkhoest en Haemophilus influenzae type b.
De vaccinatiegraad bedroeg in 1999 in Vlaanderen 95% en in de Franse Gemeenschap 97% voor de eerste drie dosissen van het pertussisvaccin. Voor de vierde dosis stelde men een daling vast tot 89% in Vlaanderen en 81% in de Franse Gemeenschap (zie V ax Info nr 31 van 31 oktober 2001, p.5-6).
Die daling wordt vooral toegeschreven aan de neveneffecten van het whole cell pertussisvaccin dat tot nu toe werd gebruikt. Dit vaccin wordt trouwens niet gebruikt voor oudere kinderen en volwassenen precies omwille het risico op nevenwerkingen wanneer het na de leeftijd van 2 jaar wordt toegediend.
De recente introductie van combinatievaccins die een acellulair pertussisvaccin bevatten (DTPa), waarvan de neveneffecten beduidend geringer zijn, kan alleen maar de vaccinatiegraad van kinderen tussen 13 en 18 maanden verbeteren. In de Franse Gemeenschap wordt nu reeds aanbevolen om op 6 jaar een herhalingsvaccinatie met DTPa toe te dienen. In Vlaanderen is geen herhalingsvaccinatie tegen kinkhoest op 6 jaar voorzien.
Gecombineerde difterie-, tetanus- en acellulair pertussisvaccins met een voor kinderen ouder dan 4 jaar en voor volwassenen aangepaste dosering (dTpa) zullen binnenkort in België beschikbaar zijn. Deze aangepaste vaccins (DTPa en dTpa) kunnen dus zonder problemen op elke leeftijd worden toegediend.
Volwassenen en kinkhoest
In Vax Info hebben we reeds de problematiek van kinkhoest besproken (Vax Info nr 29 van januari 2001 en nr. 34 van oktober 2002).
Wat de mogelijke opties voor een vaccinatiebeleid inzake kinkhoest betreft, dienen volgende elementen in overweging te worden genomen :
• Studies hebben aangetoond dat de immuniteit na vaccinatie gevoelig vermindert na een periode van 6 tot 12 jaar. Door het effect van de veralgemeende vaccinatie is de kans om met Bordetella pertussis in aanraking te komen, bovendien sterk gedaald. Dit heeft tot gevolg dat er minder natuurlijke rappels optreden, waardoor de immuniteit ook minder goed op peil wordt gehouden. Dit kan verklaren waarom er soms in scholen individuele gevallen of epidemieën opduiken.
• Er zijn meer gevallen van kinkhoest dan tot nu toe werd aangenomen. In Engeland en W ales hebben studies uitgewezen dat de incidentie bijvoorbeeld 330/100.000 bedraagt, in het Amerikaanse Minnesota zelfs 507/100.000, daar waar de officiële registratiegegevens de incidentie resp. op 4/100.000 en 5,5/100.000 ramen.
• De infecties bij jongeren en volwassenen zijn meestal asympto- matisch. Maar in sommige gevallen kunnen ze gepaard gaan met een ernstige tot zeer ernstige hoest, vooral ‘s nachts, en een hoest die gedurende 3 tot 6 weken (uitzonderlijk tot 90 dagen) aanhoudt. Andere mogelijke gevolgen zijn braken, gewichtsverlies, pneumonie, enz.
• Het voornaamste risico van de besmetting van jongeren en volwas- senen met Bordetella pertussis is dat ook zuigelingen worden besmet die nog niet gevaccineerd zijn. Het is duidelijk aangetoond dat de intrafamiliale overdracht een belan- grijke besmettingsbron is.
Op basis van deze elementen kan men de vraag stellen naar de wenselijkheid om de herhalingsvaccinaties tegen kinkhoest uit te breiden tot kinderen boven 2 jaar, jongeren en zelfs volwassenen.
Herhalingsvaccins ?
Onlangs werd in Vaccine een verslag gepubliceerd van een internationale consensusmeeting over de pertussisvaccinatie.
De ideale strategie is volgens deze experts om ook jongeren en volwassenen levenslang op geregelde tijdstippen in te enten tegen difterie, tetanus en kinkhoest. Een dergelijke strategie is in de praktijk wellicht niet haalbaar om financiële en logistieke redenen.
Daarom pleit de consensusmeeting voor een doelgroepenbeleid :
• Jongeren: toedienen van een herhalingsvaccin omdat ze een verhoogd risiso lopen en gemakkelijk bereikbaar zijn via de school- gezondheidszorg.
• Volwassenen die regelmatig in contact komen met jonge kinderen (ouders, opvoeders, medisch personeel): zij zouden prioritair moeten worden gevaccineerd. Men zou bv. kunnen voorstellen om alle moeders te vaccineren bij de geboorte van hun kind.
• Kwetsbare volwassenen (en hun verwanten) die door hun leeftijd of hun gezondheidstoestand vatbaarder zijn voor ernstige complicaties bij een infectie.
De consensusmeeting benadrukt ook de noodzaak om onderzoek te verrichten en gegevens in te zamelen over de incidentie en het natuurlijke verloop van de ziekte op bevolkingsniveau. Verder wordt er op aangedrongen dat de bevoegde overheid richtlijnen in verband met de vaccinatie zou publiceren.
Bron :
M. Campins-Marti, H.K. Cheng, K. Forsyth, N. Guiso, S. Halperin, L.-M. Huang, J. Mertsola, G. Oselka, J. Ward, C.H. Wirsing von König, F. Zepp. Recommandations are needed for adolescent and adult pertussis immunisation : rationale and strategies for consideration. Vaccine ; 2001 ; 20(5-6) : 641-646.