FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Epidemiologieprint

Acute viral hepatitis

gepubliceerd op woensdag 1 oktober 1997

In vergelijking met 1982-84 stelt men in 199-92 een daling vast van de incidentie van gevallen van acute virale hepatitis die op basis van klinische gegevens werden opgespoord in de huisartsenpraktijken én serologisch werden bevestigd. De gemiddelde leeftijd van besmetting met hepatitis A situeert zich hoger dan vroeger, en ligt nu boven 20 jaar.

Het netwerk van huisartsen-peilpraktijken functioneert sinds 1979. In 1991 en ‘92 hebben de 124 peilpraktijken 209 verdachte gevallen van acute virale hepatitis (54,5% mannen en 45,5% vrouwen) vastgesteld. De door de peilpraktijken gevolgde bevolkingsgroep wordt geraamd op ong. 138.000 personen, of ongeveer 1,5% van de totale bevolking.

Methode

De geneesheren registreerden de gevallen op basis van klinische gegevens die door elk huisarts afzonderlijk worden beoordeeld.
Een bloedstaal werd opgestuurd naar het referentie laboratorium van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur op het moment van de vaststelling, en vervolgens na 3 en 9 maanden.
De diagnose van acute virale hepatitis werd pas gesteld na een positief laboratoriumresultaat. In totaal werden in 134 van de 209 verdachte gevallen bloedstalen geanalyseerd. In de andere gevallen werd er ofwel geen bloedstaal opgestuurd of weigerde de patiënt een tweede bloedstaal te laten nemen.

Resultaten

Er werden in het totaal 41 gevallen van hepatitis A vastgesteld en 11 hepatitis B. Deze cijfers werden geëxtrapoleerd naar de 209 geregistreerde gevallen omdat de patiëntenkarakteristieken met en zonder bloedstalen goed vergelijkbaar waren. Op die basis komt men op 64 gevallen van hepatitis A en 17 hepatitis B.
Bij de interpretatie van deze resultaten dient men er rekening mee te houden dat het alleen gaat om gevallen die op basis van klinische gegevens werden opgespoord én serologisch werden bevestigd, terwijl veel infecties met hepatitis B asymptomatisch verlopen.

  • Vergelijking met voorgaande studies
    In vergelijking met de periode 1982-84 is de incidentie van gevallen van klinische hepatitis A en B sterk gedaald (van 178 per 100.000 naar 72 per 100.000). Men kan de incidentie van klinische hepatitis A ramen op 23 per 100.000 inwoners. In 59 % van de gevallen gaat het om mannen, en uitsluitend in de leeftijdsgroep tussen 0 en 55 jaar. De incidentie van klinische hepatitis B wordt geraamd op 6 per 100.000 inwoners. In 73% gaat het om mannen, uitsluitend in de leeftijdscategorie van 20 tot 49 jaar.

  • De gemiddelde leeftijd voor hepatitis A is gestegen : in 82-84 registreerde men 57% van de gevallen in de leeftijdsgroep van 5 tot 19 jaar; in 91-92 zijn 69% van de patiënten tussen 20 en 69 jaar.

  • Wanneer men de gegevens die worden geregistreerd door de peilpraktijken vergelijkt met die afkomstig van de verplichte aangiften, dan blijkt hieruit dat er een sterke onderrapportering is van hepatitis. Slechts een vierde van alle hepatitis B gevallen en een tiende van de gevallen van hepatitis A zou worden aangegeven.
Dr. V. Van Casteren
(Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur)
Dr. P. Trefois

Bron :
D. Devroey, V. Van Casteren, R. Vranckx. Evolutie van de incidentie van klinische acute virale hepatitis in de belgische huisartsenpraktijk (Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur -ex IHE-). Januari 1997.
Zie ook Vax Info n° 11, jan 1995; Hepatitis A, B en C : prevalentie in Vlaanderen.


Abonneer u op de nieuwsbrief