FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Allergieprint

gepubliceerd op vrijdag 1 mei 2009

Is latexallergie een contra-indicatie voor vaccinatie ?

Latex is het melkachtig sap van de rubberboom (Hevea brasiliensis). Het is het basismateriaal voor de productie van natuurlijke rubber, de grondstof voor talloze artikelen zowel voor huishoudelijk als medisch gebruik. De naaldbeschermers, stampers en doppen van de ampulles van sommige vaccins worden uit latex vervaardigd. Het is theoretisch mogelijk dat een vaccinoplossing gecontamineerd wordt door latexallergenen na contact met de naaldbeschermer, stamper of van de dop en zo een allergische reactie veroorzaakt bij een persoon met latexallergie. Bij een deel van de vaccins worden de naaldbeschermers, stampers en de doppen van ampulles uit synthetisch rubber vervaardigd, zodat er geen risico bestaat voor contaminatie met latex (Agarwal et al. 2002).
Een eerste vorm van allergie voor rubber is het contacteczeem. Het gaat om een type-IV of T-cel-gemedieerde allergie voor chemische additieven die worden gebruikt tijdens de bereiding van rubber. Het is dus geen latexallergie. Het tweede type rubberallergie is de type-I- of IgE-gemedieerde allergie. Er is een sensibilisatie (aanmaak van specifieke antistoffen) ontstaan voor eiwitten uit de rubberboom die in de latexemulsie aanwezig zijn. Contacturticaria is het meest voorkomende symptoom, gevolgd door rhinitis, conjunctivitis, astma, angio-oedeem en anafylaxie. Door hun hogere en/of chronische blootstelling aan latexpartikels behoren vooral spina-bifidapatiënten en kinderen met congenitale urogenitale afwijkingen, werkers in de gezondheidssector (operatiepersoneel), laboratoriumpersoneel en arbeiders in de latexindustrie tot de risicogroepen. Het toenemend gebruik van latexvrije materialen en van handschoenen met lagere hoeveelheid of afwezigheid van poeder (maïszetmeel) en/of lagere eiwitconcentratie kan een invloed hebben op de incidentie van latexallergie. Een atopische constitutie verhoogt het risico op het ontwikkelen van latexallergie.
Allergische reacties na vaccinatie zijn uiterst zeldzaam. Tot nog toe werd slechts één letter gepubliceerd die melding maakt van een ernstige anafylaxie na toediening van een vaccin tegen hepatitis B bij een persoon met een ernstige anafylaxie na contact met latex in de voorgeschiedenis (Lear et al., 1995)
Anderzijds leek uit een onderzoek naar meldingen van bijwerkingen in het Amerikaanse Vaccine Adverse Events Reporting System (VAERS) dat op een totaal van meer dan 160.000 gemelde bijwerkingen 147 personen met een gekende allergie voor latex voorkwamen, bij wie in 28 gevallen mogelijk sprake was geweest van een postvaccinale allergische reactie (Russel et al., 2004). Daarom wordt in de General recommendations on Immunization van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) geadviseerd om personen met een ernstige anafylaxie na contact met latex in de voorgeschiedenis geen vaccin toe te dienen waarvan de naaldbeschermer, de stamper of het dopje van de ampulle latex bevat, tenzij de voordelen van de vaccinatie groter zijn dan de mogelijke bijwerkingen na vaccinatie. Dit laatste is bijvoorbeeld bij postexpositie profylaxe van tetanus het geval. Het spreekt vanzelf dat deze personen in een klinische setting moeten worden gevaccineerd. Latexallergie die zich niet presenteert als ernstige anafylaxie vormt geen contra-indicatie voor het vaccineren met een vaccin waarvan de naaldbeschermer, de stamper of het dopje van de ampulle latex bevat (CDC, 2006).
Van de vaccins die actueel (2009) deel uitmaken van het gratis programma van basisvaccinaties van de Gemeenschappen en de aanvullende vaccins die door de Hoge Gezondheidsraad worden aanbevolen, bevatten de volgende vaccinpresentaties latex: Infanrix Hexa®, Prevenar®, MMR VaxPro®, Infanrix-IPV®, Engerix-B® 20, Hbvaxpro®, Boostrix®, Tedivax pro adulto®, Menjugate®, Priorix® en Cervarix®. Imovax Polio®, Neisvac-C®, Tetravac® en Gardasil® zijn daarentegen latexvrij.In 2010 zullen de meeste van deze vaccins latexvrij zijn.

Anouk Vanlander
(Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg)
Karel Hoppenbrouwers
(Dienst Jeugdgezondheidszorg, K.U.Leuven)

Referenties

  • Agarwall S, Gawkrodger DJ. Latex allergy: a health care problem of epidemic proportions. Eur J Dermatol 2002;12(4):311-15.
  • Russell M, Pool V, Kelso JM, Tomazic-Jezoc VJ. Vaccination of persons allergic to latex: a review of safety data in the Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS). Vaccine 2004;23(5):664-7.
  • Lear JT, English JSC. Anaphylaxis after hepatitis B vaccination [Letter]. Lancet 1995;345:1249
  • CDC. General Recommendations on Immunization. Recommendations of the Advisory Comittee on Immunization Practices (ACIP). MMWR 2006;55(RR15);1-48.

Abonneer u op de nieuwsbrief