In 2006 brak in de Verenigde Staten een bofepidemie uit ondanks het feit dat het merendeel van de geïnfecteerde personen twee dosissen mazelen-bof-rubella-(MBR)-vaccin had gekregen. Het optreden van een dergelijke epidemie kan berusten op een lagere immunogeniciteit van het bofvaccin, een onvoldoende hoge vaccinatiegraad of een combinatie van beide.

Slechts 6 op 10 mensen ouder dan 65 jaar was in 2006-2007 gevaccineerd tegen griep.Ten opzichte van de winterperiode 2004-2005 is de vaccinatiegraad dezelfde gebleven. De W.H.0.-doelstelling voor 2010 (vaccinatiegraad van 75% bij de 65-plussers) wordt in België dus niet gehaald.

De vaccinatiegraad van gezondheidspersoneel tegen de seizoensgriep blijft zeer laag : tussen 30 en 75% naargelang het type instelling. In sommige instellingen, zoals pediatrische ziekenhuizen, wordt een hogere vaccinatiegraad bereikt.

Sinds eind oktober is het vaccin tegen het H1N1 griepvirus beschikbaar en worden personen werkzaam in de gezondheidszorg volop gevaccineerd. Vanaf november worden risicogroepen gevaccineerd. Wij besteden hier vooral aandacht aan de doeltreffendheid en de veiligheid van Pandemrix™, het vaccin dat in België wordt gebruikt.

Malaria is wereldwijd elk jaar verantwoordelijk voor bijna 1,2 miljoen doden. De overgrote meerderheid, 80%, betreft kinderen jonger dan 5 jaar, hoofdzakelijk in Afrika. Deze cijfers illustreren het belang van een vaccin dat minstens gedeeltelijk beschermt tegen deze parasitaire infectie.

Bij voorkeur worden alle inentingen toegediend vóór de zwangerschap. Maar in sommige omstandigheden is een vaccinatie tijdens de zwangerschap toch aangewezen, of gebeurt ze voor men weet dat de vrouw zwanger is. In onderstaande tekst wordt op de meest frequente vaccinaties tijdens de zwangerschap ingegaan.

Het Interministerieel Commissariaat Influenza zal in de komende weken haar strategie en aanbevelingen bekendmaken in verband met de vaccinatie tegen de nieuwe pandemische griep of H1N1 Influenza.